Natuurinstituut

Op 14 februari vond de vogelexcursie, georganiseerd door Bart Teeling, plaats bij het Geestmerambacht. Voorafgaand, tijdens de koffie op de Heukelshof, vertelde Bart over de Buffelkopeend en de Witoogeend. Deze twee bijzondere eenden waren eerder gezien bij de plas die ontstaan is door zandwinning.

De verdeling over de auto’s wordt gemaakt en we gaan op pad.

Eerst gaan we naar de noordkant van het meertje. We wachten nog even tot de groep compleet is en beginnen met de vogelactiviteit: turen over het water. Het is mooi weer, maar wel koud. De waterplas is druk bezet met veel verschillende vogels.
We zien op een kleine 50 meter een groepje Aalscholvers. Duidelijk is de hiërarchie. Een mooie plek op een paaltje wordt soms wel en soms niet afgestaan. Duidelijk te zien bij enkele Aalscholvers is een witte vlek aan de zijkant. Bart vertelt dat dit een broedvlek is en aangeeft dat deze Aalscholver een nest heeft.

Aalscholver

Verderop zien we een kleine schuwe watervogel. Een dot veren duikt snel weer onder water: de Dodaars. Hier vertelt onze wandelende vogelgids Bart dat de Dodaars bij de futenfamilie hoort en de kleinste onder de futen is. Ze hebben geen staartveren maar wel een dot veren op hun achterste, vandaar waarschijnlijk de naam Dodaars.
De Buffelkopeend en de Witoogeend kunnen we niet vinden, maar de vogels die we al wel gezien hebben, zijn ook de moeite waard.

We besluiten ons geluk te beproeven aan de andere kant van de plas. We gaan naar de zuidkant. Daar aangekomen vinden we een mooie plek in de zon op een landtong zodat we mooi over het water kunnen uitkijken. Ook hier worden we getrakteerd op een bezoek van een Dodaars. Tjonge wat kan deze vogel lang onder water blijven en elke keer weer ergens anders opduiken.

Dodaars

De plas is hier druk bezet met kuifeenden, vrouwtjes en mannetjes. De kuifeend (mannetje) heeft wel wat weg van de buffelkopeend (mannetje), ook zwart met wit. Dus dat is zoeken naar een speld in een hooiberg. We zien verder op de plas nog een groep tafeleenden. Tafeleenden horen bij de duikeenden, vertelt Bart. Duikeenden duiken dus een paar meter onder water.
Gondeleenden, zoals de wilde eend in het park, blijven met hun kont uit het water steken. De kuifeend hoort ook bij de duikeenden. Helaas laten de Buffelkop en Witoogeend zicht niet zien aan ons. Met koude vingers maar een voldaan gevoel nemen we afscheid van elkaar.

Op weg naar huis zie ik nog een Aalscholver. Zijn witte vlek zie ik ineens en zo duidelijk. Dat ik dat niet eerder heb waargenomen.

Bob Petra