Natuurinstituut

22-JAN-2020 - Het is zondag 19 januari 2020 om 10.00 uur. De eerste vogelexcursie van dit jaar vindt plaats op Wieringen.

Startpunt van deze kristalheldere dag met matige noordoostenwind is de vogeluitkijkpost van Balgzandpolder aan de Oostoeverweg, Den Helder. Daar worden door de tien deelnemers al snel de volgende vogels gespot: Kluut, Bergeend, Lepelaar, Wintertaling, Smient, Wilde Eend, Aalscholver, Grote Mantelmeeuw. Slobeend, Pijlstaarteend, Kievit, Grauwe Gans, Scholekster, Meerkoet en Tureluur.

Vanaf deze plek rijden we onder leiding van Linda Sijm en Bob Petra naar Balgzand, de oorspronkelijke westpunt van het voormalige eiland Wieringen. We staan vlakbij een Rijkspeilhuisje uit 1919 waarmee lange tijd eb en vloed werd gemonitord. Een Torenvalk bidt boven de dijk, in het riet worden Vinken gezien en op het wad worden Wulpen waargenomen. Lange tijd werd er getwijfeld en gediscussieerd of er ook een Regenwulp tussen zat. Vlak voor er werd weggereden, kwam een kleine v-formatie van Brandganzen overvliegen. Onderweg richting het kijkscherm van Normerven laten veel Rot- en Nijlganzen zich zien op de weilanden. Even wordt er gestopt om een groep van tien Patrijzen op een stoppelveld uitgebreid te bekijken.

KLIK OP DE FOTO'S VOOR EEN VERGROTING


Bij het Normerven zien we de Bonte Strandloper en een zwerm Spreeuwen. Rijdend in de richting van Den Oever worden aan de Kempenstraat in Hippolytushoef in een oude Spar zeven Ransuilen uitgebreid bekeken. Een Sperwer vliegt over en Anton vult zijn muts rijkelijk met uilenballen. Voor wie geïnteresseerd is in de etymologie van de Ransuil: hij heette ooit Ooruil en zijn naam is mogelijk afgeleid van het Middelnederlands ranse of rantse (een soort muts). We rijden richting de Zuiderhaven van Den Oever en maken in Stroe nog een korte stop waar enige hoop was op het spotten van de Roodhalsgans. Diverse eerdergenoemde ganzensoorten werden waargenomen, maar de Roodhalsgans zat daar niet tussen. Wel liet de Steenloper zich zien aan de Batumweg.

Onderweg naar Den Oever wordt een Grote Zilverreiger gezien en bij de Zuiderhaven zijn dat de Kuifeend, Fuut, Kokmeeuw, Krakeend, Tafeleend, Nonnetje, Brilduiker, Dodaars en Witte Kwikstaart. In een zijwatertje van de haven vloog een IJsvogel vlijtig heen en weer om zich vervolgens zittend op een rietstengel goed te laten bekijken. We vervolgen onze weg via het Dijkgat naar het Noordelijke Wiel. Onderweg zien we de Canadese Gans en in het Wiel worden naast de Kuifeenden ook Toppers waargenomen. Bob somt de verschillen tussen beide vogels nog eens op. De Topper vrouw is herkenbaar aan de witte rand om haar snavel en de man heeft een grijze rug. Aan de reactie van Linda te horen, was deze informatie van Rob al vaker gedeeld.


Op advies van twee vogelaars buiten de groep van het Natuur Instituut keren we nog een keer terug naar de Zuiderhaven. Daar zou in de omgeving van de jachthaven een mannelijke IJseend rondzwemmen. Omdat iedereen deze exoot uit het Arctisch gebied graag wilde zien, werd in de omgeving van de haven langdurig getuurd. De eend met zijn zwart-witte verenpak met lange staart werd niet waargenomen. Zo blijft er nog wat te wensen over en was het tijd om huiswaarts te gaan. Anton dankt namens iedereen Linda, Bob en Dick de Boer (die er niet bij was) voor de organisatie van de mooie excursie.

Bron:
Tekst aangeleverd door: Onno Walgien
Foto's aangeleverd door: Arno Hoitink